Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, [24]achter was een ram [25]in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats. 24. Het schijnt dat de engel Abraham van achteren geroepen heeft, zodat hij, omziende, meteen den ram gezien heeft; verstaande terstond door Gods ingeven, dat hij dien in zijns zoons plaats zou slachten. 25. Te weten, van een haag of doornbos.